Op een dag heb je zoveel zakgeld in je spaarpot zitten dat het een hele toer is om het te tellen. Zeker als je veel Euromuntjes van 1, 2, 5 of 10 cent hebt opgespaard.
Start de machine en gooi een handje vol muntjes achter in het rode invoerbakje (rechts op de foto). De muntjes rollen automatisch één voor één rechtsboven de sorteerder in (het schuine deel met de gele pilaren) en rollen er linksonder weer uit.
Zet linksonder een opvangbakje voor je munten en laat je geld maar rollen. Vul het invoerbakje bij als je nog meer geld achter de hand hebt en lees na afloop het aantal Eurocenten af van het RCX display. De machine herkent alle euromunten van 1 Cent t/m 2 Euro stukken. Heb je meer dan 99,99 Euro dan ben je toe aan een andere zakgeldteller.
Overigens voor diegene die het zakgeldstadium voorbij zijn maar regelmatig een potje kaarten met kleingeld… Altijd handig om je dagwinst te tellen!
Heb je een snelle internetverbinding? Bekijk dan het filmpje en zie hoe de zakgeldteller werkt!
|
Invoerbakje.
(Bovenaanzicht) Zorg
dat je de machine reeds hebt aangezet door het RCX-Programma te starten.
Nadat alle tellers op nul zijn gezet begint Motor A te draaien. Net
boven het gele pijltje werp je een hand vol munten in het rode
invoergedeelte. De munten glijden vanzelf verder het gat in. De riante gleuf
zorgt er voor dat zelfs de kleinste munten zullen gaan liggen alvorens zij de
muntseparator op glijden. |
|
Muntseparator.
(Bovenaanzicht) Als
de munten door de invoergleuf glijden komen zij op een lopende band terecht. De
rubberen snaren draaien in een rustig tempo (Motor A) naar boven, onder een
hoek van 35 graden. De
munt die op de lopende band ligt wordt door de rubberen snaren mee gevoerd
naar het andere einde (boven in de foto). Doordat
de snaren stroef zijn en de munten glad zal de onderliggende munt die op de
snaren ligt als eerste boven in de muntseparator aankomen. De munten die niet
op de snaren maar boven op andere munten liggen, glijden terug door de
hellingshoek van 35 graden en blijven dus op hun plaats liggen totdat er geen
munten meer onder liggen. Zo
wordt steeds de onderste munt onder uit het stapeltje bij de invoergleuf
“getrokken” en komt als eerste aan het andere eind van de lopende band om er
daarna van af te vallen. De
hoek van 35 graden bleek optimaal in de afweging munten met het rubber naar
boven te kunnen trekken en bovenliggende muntjes juist terug te laten
glijden. |
|
Eén
munt tegelijk. Op
het moment dat er een munt van de lopende band valt passeert de munt een
lichtsensor (zie rode lampje) onder in de muntseparator. Het rode licht
reflecteert in de passerende munt waardoor de sensor een lichtflits
detecteert. De RCX zet de lopende band direct stil (Motor A) zodat er niet
nog een muntje uit de separator kan rollen. De machine weet nu dat er een
muntje de sorteerder binnen rolt en houdt vanaf nu de tijd strak in de gaten
(Timer 1). Overigens
is de binnenruimte onder in de muntseparator samengesteld uit diverse
daksteentjes in diverse posities om er zeker van te zijn dat alle munten, van
groot tot klein, altijd rechtopstaand de separator verlaten nadat zij van de
lopende band vallen. |
|
Roldemper. In
verhouding tot de allerkleinste muntjes denderen de grote munten met grof geweld
de muntseparator uit. Om te voorkomen dat die grote munten in één klap en
ongecontroleerd door de muntsoorteerder rollen worden ze met een rubbertje
afgeremd tot oorbare snelheden. De kleine muntjes zouden er achter blijven
steken, maar door het rubbertje wat hoger op te hangen rollen de kleintjes er
gewoon onderdoor. |
|
Muntsorteerder. De
munt rolt door tot aan het eerste gat in de muntsorteerder. Elk gat heeft een
andere maat. Het eerste gat is het kleinst. Daar past alleen een 1 Cent
muntstuk door. Het tweede gat is iets groter, net genoeg om een 2 Cent
muntstuk door te laten vallen. Zo
zijn er 8 gaten op rij: 1 Cent, 2 Cent, 10 Cent, 5 Cent, 20 Cent, 1 Euro, 50
Cent en als laatste het gat voor 2 Euro. Inderdaad, een 50 Cent stuk is dus
groter dan een Euro. Elk
rode platte steentje vormt een brug van het ene naar het andere (volgende)
gat met weer een net iets grotere afmeting. |
|
Traploze instelling van gat-afmetingen. (Achteraanzicht) De
verschillen in muntafmetingen (diameter) zijn te klein voor de relatief grove
positionering van de zojuist genoemde rode platte steentjes, die hooguit met
wat speciale steentjes “op halve nop afstand” ingesteld zouden kunnen worden.
Om
er zeker van te zijn dat maar één soort munt door een gat past zijn de rode
platte steentjes gemonteerd op dubbele parallelle as-samenvoegers (Part Nr.
32291) die horizontaal precies op positie verschoven kunnen worden langs de
rode as. In de as-samenvoeger zitten twee half-lengte pinnetjes zodat je het
rode platte steentje er op kunt monteren. |
|
Muntdoorzetter. Over
de gehele lengte van de muntsorteerder loopt een as, op de plaats gehouden
door de gele pilaren. Tegenover elk gat (tussen de rode platte steentjes) zit
een pookje aan de as gemonteerd dat de munt op tilt als het in een gat is
blijven steken dat net iets te klein bleek voor de munt. De
pookjes zijn iets rechts van het midden van het gat gepositioneerd zodat de
munt naar links geduwd wordt, verder naar het volgende gat en niet terug. De
as waaraan de pookjes zitten wordt aangedreven door Motor C. Deze start 1,4
seconden nadat het muntstukje de muntseparator verlaten heeft. Binnen die 1,4
seconden zou het kleinste muntstuk (1 Cent) door het eerste gat moeten zijn
gerold. Is dit niet het geval, dan zit het muntje kennelijk klem in dat gat
en moet het muntje doorgezet worden. |
|
Muntafvoer-rail.
Als
de munt het gat bereikt heeft waar het wel doorheen past valt de munt naar
beneden op een zwarte rail. De munt rolt nu naar links, bergafwaarts naar de
uitgang van de muntsorteerder. |
|
Muntafvoer-detectie
en muntsoort bepaling. Links
onderin de muntsorteerder aan het einde van de muntafvoer-rail zit een tweede
lichtsensor verscholen (zie rode lampje). Alle munten rollen hier voorbij
voordat zij de machine definitief verlaten. Een
1 Cent muntstuk rolt dit punt binnen 1,4 seconden voorbij (getimed vanaf
lichtsensor net onder de lopende band in de muntseparator met Timer 1). Hoe
vaker een munt blijft steken in een volgend sorteergat in de sorteerder, des
te langer zal het duren voordat het muntstuk de muntafvoer-detectie passeert.
Een 2 Euro muntstuk doet er minstens 7,4 seconden over om door de
muntsorteerder te komen. Dus door de doorlooptijd te meten weet je welke munt
er passeert. De RCX doet verder het rekenwerk. Eerder
dacht ik het af te kunnen door het aantal rotaties te tellen van de muntdoorvoer-as (met daaraan de pookjes
die de munt uit de gaten wipt als die blijft steken). Elke hele rotatie =
munt naar volgend gat. Zo tel je de gaten waarin betreffende munt is blijven
steken en dat is bepalend voor het munttype. Dit betekende echter dat Motor C
na elke muntdoorvoer moest stoppen om te wachten op de muntdetectie aan het
eind van de afvoer. Doe je dat niet, maar zou je de pookjes as laten
doordraaien zoals met het huidige timing-systeem het geval is, dan blijken de
5 en 20 Cent stukken na drie as-rotaties de detectie te bereiken, 50 Cent en
1 Euro doen het na 5 as-rotaties en soms willen 20 en 50 Cent stukken het ook
beiden in vier as-rotaties doen. Kortom, om snelheid te winnen is niet het
tel-gaten-principe gebruikt maar het totale-door-rol-tijd-principe. |
|
Muntdoorvoer:
pookjes positie-detectie. De
as waaraan de pookjes zitten moet zich in een gecontroleerde rotatiestand
begeven als een muntstuk een gat bereikt. Het gat moet op dat moment “open
staan” en niet geblokkeerd worden door een pookje dat de munt juist weer uit
het gat duwt. Als de tastsensor is ingedrukt geeft dit aan dat de pookjes
naar beneden wijzen. Dit is een uitstekend moment om Motor C te stoppen en
Motor A te starten indien er zojuist een munt langs de afvoer detectie rolde,
in afwachting van een volgende munt uit de muntseparator. |
MLCAD-file: ZAKGELD-teller - compleet
LSC -file: ZAKGELD-teller v06
Wat grotere foto’s van links en rechts.
In het definitieve model is de “roldemper” gemodificeerd in
een soepeler draaiend geheel dan het kleine wieltje op de foto’s. En als je hem
echt hebt gebouwd, zal je tot de conclusie komen dat het munt-wrijvingscoëfficiënt
van lego wijzigt naarmate jouw machine wat langer in het stof staat. Stof ‘m
even af als je ‘m weer opnieuw gebruikt J.
Automatische functies na de start het RCX programma:
De RIS 2.0 software op de MindStorms CD biedt alleen de mogelijkheid om variablelen (zoals het saldo van de zakgeldteller) met één decimaal achter de komma op het RCX display te laten zien. Dat is jammer want 1 euro en 25 cent zou je het liefst als 1,25 op je display zien in plaats van 12,5. Gebruikers die echte Euro's op het RCX display willen zien, dus 1,25 = 1 Euro en 25 Cent, moeten de .LSC file niet met MindStorms RIS 2.0 CD programmatuur downloaden naar de RCX maar met ScriptEd. ScriptEd is onderdeel van de standaard Lego MindStorms Software Development Kit (SDK) op de officiële MindStorms pagina's van lego.com
De machine is betrouwbaar op voorwaarde dat je er niet teveel muntjes tegelijk in gooit (stuk of 10 is okay). Heb je er toch iets teveel in gegooid dan kan het zijn dat er een keer twee muntjes tegelijk door de machine rollen waardoor de telling niet zou kloppen. Als je dat ziet gebeuren kan je direct ingrijpen met infra-rood messages 1 en 2 vanuit je Mindstorms afstandsbediening. Stop de machine (Message 1). Verwijder de muntjes. Gooi ze terug in het rode bakje. En activeer de machine om verder te tellen (Message 2). Zou je opnieuw op “Run” drukken dan staat je saldo weer op nul.
R = Remote Control (From Ultimate Accessory Set)
C = Cash Counter RCX
From |
To |
IR-MsgNr. |
Function |
R |
C |
1 |
Stop all motors. Allow user to remove
corrupted coins. |
R |
C |
2 |
Resume adding rest of your cash. |
|
|
|
|